De loonhal van de Rammelsberg-mijn uit 1938 diende tijdelijk als appèlplaats voor de nationaal-socialistisch georiënteerde fabrieksleiding. De muurschildering op de zuidzijde was propagandistisch significant:
na de ploegendienst mocht de mijnwerker zich niet terugtrekken in de privé-sfeer maar moest hij zich dienstbaar maken voor de gemeenschap; het individu moest opgaan in de massa. Om in de kleedruimte te komen moesten de mijnwerkers de loonhal oversteken en werden ze zo dagelijks geconfronteerd met deze verwachting van de nationaal-socialistische staat. Door overschilderingen na de Tweede Wereldoorlog werd de tekst van deze afbeelding omgevormd tot het tegendeel.